Dat was weer een enerverend duikje bij de Noordpier vandaag. Zoals verwacht op een mooie dag als vandaag met een weeromslag voorspeld, was het een gekkenhuis met parkeren.
Hans, die iets eerder was, had nog een mooi plaatsje, maar Eric en ik kwamen middenin een horde strandgangers aan. Naast Hans was nog een heel smal plekje vrij en met een iets verzetten van zijn auto paste mijn autootje er nog precies tussen. Aangezien niemand ook maar een centimeter ruimte gaf, ging dat niet zonder slag of stoot, maar na enig manouvreren, rijen autos’s en boze mensen stond ik toch netjes geparkeerd. Nu Eric nog.Die had al een heel rondje gereden zonder resultaat, toen we een paar mensen zagen die weggingen. Ietwat brutaal dat plekje meteen geclaimd en zo konden we allemaal staan.
Opeens hoorden we een enorme knal en gesis: bij iemand in de rij was de radiateur geknald. Het bleek een vrouw met klein kind te zijn, waar we maar even te hulp schoten Met opnieuw wat strakker inparkeren kon zij haar auto ook kwijt, ditmaal met begrip van de omstanders, op een buschauffeur na die niet kon begrijpen dat je dit niet zomaar voor de grap expres doet.
Terwijl de drukte verderging en het verkeer opnieuw vastliep, konden wij ons omkleden, met set en al op de fiets stappen en rustig tussen de standgangers door naar de pier peddelen.
Eenmaal bij de duikstek kwamen in een andere wereld terecht. Om ons heen de kalme, gladde zee waar een lichte mist over hing, die de contouren van de vuurtorentjes op de pier verzachtte. Op het water dobberde een groep zwanen en in de verte konden we het strand zien met zijn kleurrijke figuurtjes.
Het zicht bleek redelijk, op sommige stukken beter dan andere, met de hier zo typische waas soms door het water, alsof je een te sterke bril op hebt. We zijn er nog steeds niet over uit of deze veroorzaakt wordt door een thermocline of soort halocline.
Hoewel de duikcomputers de ondiepste stukken niet altijd mee rekenden, hebben we al met al 100 minuten gedoken tussen de dikbegroeide blokken vol oesters, mosselen, wieren, anemonen en kokerwormen.Daartussen botervis, zeedonderpad, veel, vooral kleine noordzeekrabben, exotische blaasjeskrabben, heel veel heremietkreeftjes, meestal met een bontjasje van zeerasp aan, piepkleine zeesterretjes, ook een babybrokkelsterretje, fuikhoorntjes en de ene gehoornde slijmvis na de ander, zo op de blokken of mooi verscholen in een lege oesterschelp. In de spleten tussen de blokken zwom zeebaars rond en als toetje kwamen we op het laatst nog in een hele school dunne, glasachtige visjes terecht.
Het is altijd even wachten op het juiste weer, maar dan kun je hier ook prachtige duiken maken.